Visie
De Heerlense voorschoolse voorzieningen, het primair onderwijs, maatschappelijke partners en de gemeente werken samen in het ondersteunen en stimuleren (de brede talent)ontwikkeling van kinderen op een zo jong mogelijk leeftijd in zo’n vroeg mogelijk stadium in een veilige en gezonde schoolomgeving en in de buurt. Partijen realiseren dit door goed en uitdagend onderwijs en het bieden van maximale ontwikkelingskansen en volwaardig burgerschap en het zelfbewust en zelfstandig maken van kinderen. Partijen betrekken ouders hierbij.
Rechten van het kind
Een Lokaal Educatieve agenda is een gezamenlijke inspanning om recht de doen aan uitgangspunten van het Verdrag inzake de rechten van het kind (New York, 20-11-1989)
De LEA is een antwoord op de “wat” en “hoe” vraag van een deel van de 54 bepalingen uit het Verdrag inzake de rechten van het kind. Het deel waarin de hier boven genoemde partners en de lokale overheid een verbinding aangaan met betrekking tot gemeenschappelijke doelstellingen. Voor de LEA zijn de artikelen 28 en 29 leidend:
- Elk kind heeft recht op onderwijs.
- Het onderwijs aan kinderen moet gericht zijn op de ontplooiing van het kind. Het moet kinderen respect bijbrengen voor mensenrechten, vrede en verdraagzaamheid, verschillende culturen en het milieu.
De uitgangspunten op het gebied van gezondheid, veilig opgroeien, het recht op passende onder-steuning in de ontwikkeling, zijn terug te vinden in overige artikelen van het verdrag. Opdrachten zijn daarnaast ondergebracht in ander gemeentelijk beleid, het veiligheidsbeleid en handhaving/strafrecht.
Doel
Kinderen hebben een goede en gelijke start en hebben in de voorschoolse voorzieningen en hun basisschoolperiode ontdekt waar hun talenten (krachten) liggen en deze verder ontwikkeld. Zij weten hoe zij deze in het voortgezet onderwijs/ toekomst kunnen inzetten, zodat hun kansen vergroot worden.
Definitie talentontwikkeling
Professionals helpen kinderen hun talenten te ontdekken door interesses te signaleren en deze te voeden. Het gaat dus niet alleen om kinderen met exceptionele begaafdheid, maar om het stimuleren van ontwikkeling (kennis, vaardigheden en attitudes) van alle kinderen in brede zin. Dat wil zeggen op verschillende terreinen: motorisch, cognitief, intellectueel, sociaal-emotioneel, creatief en muzikaal. De professional benut daarbij alle pijlers van pedagogische kwaliteit: de omgeving, het aanbod, haar interactievaardigheden en de samenwerking met ouders.
Uitgangspunt
De ontwikkeling van het kind centraal staat en niet de organisatie waar het kind verblijft. Dit zou kunnen betekenen dat een kind op het VO nog leerstof uit het PO krijgt of in het PO leerstof uit het VO.
Doelgroep
De doelgroep bestaat uit kinderen van 2 tot en met 14 jaar.
Doelstellingen en activiteiten
Partners hebben de volgende hoofddoelstellingen en mogelijke activiteiten benoemd. Deze opsomming van activiteiten is niet volledig. Elke schoollocatie kan zelf activiteiten toevoegen aan de hoofddoelstellingen. Elke school voert wel activiteiten uit op de genoemde doelstellingen. Het wat, dus welke activiteiten, en hoe, dus bijvoorbeeld onder leertijd of in een verlengde schooldag, bepaalt de school zelf.
DOELSTELLINGEN | |||||
Optimale gezondheid | Optimale taal-ontwikkeling | Optimale brede talent-ontwikkeling | Optimale ondersteuning | Optimale plek in de buurt en maatschappij | Optimale overgangen voorschoolse voorziening-po en po-vo en taalschool |
ACTIVITEITEN | |||||
Gezonde School van de Toekomst | Voor- en vroegschoolse educatie / Vve Thuis | Cultuur-educatie | Passende plek/Inclusiever onderwijs (Naar school in de eigen buurt) | Actief burgerschap | Warme overdracht
|
JOGG | Schakelklassen | Cultureel erfgoed | Inzet knooppuntpartners | Beroepenoriënatie (IMC Basis en JINC) | 10-14 scholen |
Gezonde school (JGZ) | Boek1Boek | Muziekonderwijs (PIT) | Extra inzet JENS (gezinswerkers/trainingen) | ||
Sport- en beweging | Buurtalen | Moestuin | |||
Seksualiteit en relaties | Taalschool | Techniek | |||
ICT/
digitalisering |